

		Home

Kennisbronnen

Speelveld analyseren

Het speelveld analyseren

	Kantoorpolitiek
Inhoud: Wat is het? Waarom is het er? Invloed uitbreiden Steun verzamelen Iets gedaan krijgen Probleem Saboteren Poortwachter Lastige mensen Baas inpalmen Hogerop opvallen Medewerkers Conflicten Luisteren Uithoren Netwerken Beïnvloeden Speelveld Literatuur

Om effectief te functioneren in een organisatie moet je weten hoe het speelveld in elkaar steekt.

Wie hebben de meeste macht en invloed?
Wie is vertrouweling van wie?
Welke belangen, doelen en overtuigingen hebben deze mensen?

Informele lijnen

In elke grote organisatie zijn informele netwerken van machtige en invloedrijke mensen. Deze informele lijnen zijn minstens zo belangrijk als de formele hiërarchie.

Op wie moet je letten?

Opinieleiders. Mensen naar wie geluisterd wordt. Die grote invloed hebben op wat er gebeurt.
Informatieknooppunten. De mensen die de informatiestromen beheersen of informatie verzamelen.
Goeroes. Gezaghebbende mensen met veel kennis en ervaring
Kliekjes. Informele groepen die gebaseerd zijn op een bepaald gemeenschappelijk doel of een gemeenschappelijke activiteit.
Vertrouwelingen van de bazen.

Probeer effectieve werkrelaties met deze mensen op te bouwen.

Vertrouwelingen van de bazen

Managers verzamelen buiten de formele hiërarchie meestal een klein netwerk van vertrouwelingen om zich heen.

De belangrijkste functies van de vertrouwelingen zijn:

Ze zijn de ogen en oren van de manager in zijn afdeling en daarbuiten. Via hen komt de manager te weten hoe zijn medewerkers denken over bepaalde ontwikkelingen, wat er leeft bij klanten etc.
Ze zijn een klankbord voor nieuwe ideeën, voornemens en proefballonnen.
Ze zijn een bron van ideeën voor de manager.

Uiteraard zijn de vertrouwelingen loyaal aan hun manager. In ruil daarvoor krijgen zij bepaalde privileges, vrijheden, beloningen, status etc.

Probeer deze vertrouwelingen aan je netwerk toe te voegen, of wordt zelf zo'n vertrouweling van je baas.

Hoe spoor je invloedrijke mensen op?

Vraag een recent organogram (dat plaatje met de harkjes) op bij het secretariaat of bij P&O. Het organogram toont natuurlijk alleen de formele hiërarchische lijn, maar dat is een goed begin om de informele leiders te kunnen plaatsen.

Let er eens op:

Wie met wie aan de lunchtafel zit.
Wie met wie het kantoor verlaat.
Wie naast wie staat bij recepties en borrels.
Wie naast wie zit bij vergaderingen.
Wie regelmatig het (directie)secretariaat in en uit loopt.
Wie staan er op de CC's van officiële memo's en e-mails?

Probeer secretaresses en andere sleutelfiguren rond directie en managers uit te horen.

Als je nieuw bent in een organisatie, stap dan op mensen af waarvan je vermoedt dat ze invloedrijk zijn om kennis te maken. Je hoeft hiervoor geen excuus te hebben, meestal wordt het zeer gewaardeerd dat je je best doet om zoveel mogelijk mensen in de organisatie te leren kennen.

Praat met oudere ervaren mensen in de organisatie. Die zullen jou niet snel als een concurrent zien en ze zijn vaak graag bereid om hun verhaal te vertellen.

Vraag je baas om advies hoe je een bepaalde activiteit het beste kunt aanpakken. Stel vragen als:

Wie kan ik hiervoor het beste om advies vragen?
Wie zouden met dit plan moeten instemmen?
Wie zou bij dat onderdeel kunnen helpen?
Van wie zou ik goede feedback kunnen krijgen?
Wie heeft er goede ideeën over ...?
Wie is hier echt in geïnteresseerd?
Wie zou er bezwaar tegen kunnen hebben?

De invloed van de invloedrijke spelers in kaart brengen

De invloedrijke spelers opsporen was slechts de eerste stap. De volgende stap is meer informatie verzamelen over hun invloed. Vragen die je jezelf moet stellen zijn bijvoorbeeld:

Wat is zijn positie? Wie is zijn baas?
Wat is zijn managementstijl?
Hoe is de carrière van deze persoon verlopen?
Hoeveel medewerkers heeft hij onder zich?
Bij welke beslissingen is hij betrokken of wordt hij geraadpleegd?
Hoe wordt er over hem gedacht?
Wat is zijn opleiding en persoonlijke achtergrond?

Op basis van dit soort informatie kun je je kansen inschatten om met deze persoon te netwerken en kun je de beste tactiek bepalen. De laatste stap is om hiervoor aanknopingspunten te vinden:

Welke hobby's of sporten beoefent hij?
In welke informele gezelfschappen en kliekjes neemt hij deel (feestcommissie, rokers, lunchclub e.d.)?
In welke onderwerpen is hij in het bijzonder geïnteresseerd?

Volgende pagina: Literatuur

Bron: www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/kantoorpolitiek/speelveld-analyseren.html