Home
 
Cursussen /rubriek/
streepjes

Leren > Cursus > Sociale vaardigheden > Overtuigen en beïnvloeden > Klassieke conditionering

Klassieke conditionering . . . Ding-dong!

Overtuigen en beïnvloeden

Wat doe je als de bel gaat?

Een docent vertelde het volgende verhaal over zichzelf. Het eerste wat de meeste docenten doen als ze een bel horen afgaan is naar de gang gaan om toezicht te houden. Nietwaar? De leerlingen in de gaten houden. Wel, deze docent was daar zo aan gewend geraakt dat hij als hij thuis was en de deurbel ging, naar de hal ging om 'toezicht' te houden op zijn gezin. Voor hem was het zo'n sterke gewoonte geworden dat hij het juiste gedrag (naar de gang gaan om toezicht te houden) op de verkeerde plek (zijn eigen huis) vertoonde.

In dit hoofdstuk kijken we naar klassieke conditionering, waarschijnlijk het oudste model voor verandering dat er bestaat. Klassieke conditionering heeft allerlei interessante toepassingen in de klas, waarvan je misschien nog nooit gehoord hebt. Laten we naar de onderdelen van dit model kijken.

Onderdelen van klassieke conditionering

Het gemakkelijkst is om te beginnen met een klein voorbeeld. Denk aan een hongerige hond die een bak voer ziet. Het volgende zal waarschijnlijk gebeuren:

Voedsel ---> Kwijlen

De hond heeft honger, de hond ziet het voer, de hond kwijlt. Dit een natuurlijke opeenvolging van gebeurtenissen, een onbewuste, ongecontroleerde en onaangeleerde connectie. Voedsel zien, en dan kwijlen.

Omdat we mensen zijn die een onverzadigbare nieuwsgierigheid hebben, experimenteren we. Wanneer we voer voorzetten aan de hongerige hond, laten we een bel rinkelen (voordat de hond kwijlt). Als volgt:

We herhalen deze handeling (voer geven en tegelijkertijd bel rinkelen) bij meerdere maaltijden. Elke keer dat de hond voedsel te zien krijgt, hoort hij ook de bel. Ding-dong, Bonzo.

Omdat we mensen zijn die graag onze huisdieren voor de gek houden, doen we nog een experiment. We laten de bel rinkelen (ding-dong), maar we houden geen voedsel voor. Wat doet de hond? Juist,

Bel ---> Kwijlen

De bel roept dezelfde reactie op als het zien van voedsel. Na herhaalde malen heeft de hond geleerd om de bel met het voedsel te associëren en nu heeft de bel de macht om dezelfde reactie als het voedsel op te roepen. (Nadat je je hond zo voor de gek gehouden hebt dat hij kwijlt en nog dommer doet dan anders, geef je hem natuurlijk een speciale beloning.)

Dit is de essentie van klassieke conditionering. Het is echt zo simpel. Je begint met twee dingen die al met elkaar verbonden zijn (voedsel en kwijlen). Dan voeg je een aantal keren een derde ding toe (bel). Ten slotte zal dit derde ding er zo sterk mee worden geassocieerd dat het de kracht heeft om het oude gedrag op te wekken.

Waar hoort de term 'conditionering' in dit alles bij? Ik geef je de schema's met de officiële termen.

'Ongeconditioneerd' betekent eenvoudigweg dat de stimulus en de respons van nature met elkaar verbonden zijn. Ze zijn gewoon zo, helemaal met elkaar vervlochten als "horse and carriage" en "love and marriage", zoals in het liedje van Frank Sinatra. 'Ongeconditioneerd' wil zeggen dat de verbinding er al was voor wij kwamen en trucjes gingen uithalen met de hond, of de kinderen, of met partnerlief.

'Stimulus' is eenvoudig gezegd het ding dat iets in gang zet en 'Respons' is het ding dat het eindigt. Een stimulus lokt iets uit en een respons wordt uitgelokt. (Dit is een cirkelredenering, ja. Maar goed.) Nog een schema:

We weten al dat 'Ongeconditioneerd' betekent vanzelf, onaangeleerd, al bestaand, reeds-aanwezig-voordat-wij-kwamen. 'Conditionerend' betekent precies het tegenovergestelde. Het betekent dat we iets nieuws proberen te relateren, verbinden, linken, koppelen aan de oude connectie. En we willen dat dit nieuwe ding iets uitlokt (en niet uitgelokt wordt), zodat het een stimulus is en niet een respons. Ten slotte, na veel keer proberen, hopen we op:

Laten we deze begrippen nog even herhalen.

  1. Ongeconditioneerde Stimulus: iets dat al een respons kan uitlokken.
  2. Ongeconditioneerde Respons: iets dat al wordt uitgelokt door een stimulus.
  3. Ongeconditioneerde Connectie: een bestaande stimulus-responsconnectie.
  4. Conditionerende Stimulus: een nieuwe stimulus die tegelijk gegeven wordt met de oude stimulus.
  5. Geconditioneerde Connectie: de nieuwe stimulus-responsconnectie die we gecreëerd hebben door een nieuwe stimulus aan een oude respons te koppelen.

Er zijn twee hoofdbestanddelen. We beginnen eerst met een bestaande connectie, ongeconditioneerde stimulus ---> ongeconditioneerde repons. Als tweede koppelen we het nieuwe ding (conditionerende stimulus) aan de bestaande connectie, tot het nieuwe ding de macht heeft om de oude respons op te roepen.

Een beetje geschiedenis en een vergelijking

Het voorbeeld dat we hier hebben besproken komt uit de eerste onderzoeken naar klassieke conditionering zoals die gedaan werden door Ivan Pavlov, de beroemde Russische fysioloog. Pavlov ontdekte deze belangrijke relaties rond het begin van de 20e eeuw tijdens zijn werk dat hij met honden deed (echt waar). Hij verzon de eerste leertheorie die voorafgaat aan de leertheorie die docenten heel goed kennen, de reinforcement- of bekrachtigingstheorie. We behandelen de bekrachtigingstheorie in een afzonderlijk hoofdstuk, maar voor nu wil ik het volgende punt maken.

Het punt is het volgende: klassieke conditionering zegt niets over belonen en straffen, wat de sleutelbegrippen in de bekrachtigingstheorie zijn. Kijk nogmaals naar ons voorbeeld:

Er staat hier niks over beloning of straf, geen terminologie en zelfs geen verwijzing daarnaar. Klassieke conditionering is gebaseerd op het creëren van connecties door associatie die ontstaat door herhaling. Sommige mensen verwarren klassieke conditionering met de bekrachtigingstheorie. Om ze uit elkaar te houden hoef je alleen maar te kijken of er beloning en straf in voorkomt.

Klassieke conditionering in het dagelijks leven

Dit type beïnvloeding is heel gewoon. Als je huisdieren hebt en je geeft ze blikvoer, wat gebeurt er als je de blikopener tevoorschijn haalt? Natuurlijk, de dieren komen aanrennen, ook al ben je een blik bonen aan het openmaken. Ze hebben het geluid van de opener geassocieerd met hun voedsel.

Klassieke conditionering werkt ook bij mensen. In de Amerikaanse K-Mart-supermarkten gaat er een blauw licht branden als er een aanbieding is. Ga naar zo'n supermarkt en kijk wat er gebeurt als de blauwe lamp aan gaat. Kostenbewuste winkelbezoekers komen uit alle hoeken en gaten naar het tafeltje omdat ze een mooi koopje associëren met het blauwe licht. (En onderzoek toont aan dat mensen meer geneigd zijn het product in dat blauwe licht te kopen, ook al is het product niet echt een koopje.)

Klassieke conditionering werkt ook bij reclame. Veel reclames voor sterke drank hebben aantrekkelijke jonge dames in bikini in de hoofdrol. De jonge vrouwen (ongeconditioneerde stimulus) roepen bij de meeste mannen van nature een prettig, lichtelijk opgewonden gevoel op. De drank wordt simpelweg geassocieerd met dit gevoel. Hetzelfde gebeurt bij de deuntjes en muziekjes die bij allerlei reclames horen.

Misschien wel de duidelijkste voorbeelden van klassieke conditionering zien we bij emoties. Ervaring van alledag en specifiek onderzoek laten zien dat de menselijke emoties heel snel en gemakkelijk geconditioneerd raken. Dat gebeurt met name als de emotie intens is of negatief.

Een voorbeeld. Toen ik studeerde, werd ik beroofd door een jongeman met een pistool die me de keuze gaf "Je geld of je leven". Het was een onverwachte, angstaanjagende gebeurtenis. Het gebeurde net voor het donker, en nog lang daarna, als ik rondliep in de stad in de late namiddag, ervoer ik vaak angst. Ook al was ik helemaal veilig, de langer wordende schaduwen van de middag waren zo sterk geassocieerd met de angst die ik ervaren had bij de overval, dat ik het niet kon helpen dat ik de emotie nog overal voelde.

Het is duidelijk dat klassieke conditionering een alom aanwezige vorm van beïnvloeding in onze maatschappij is. Dat is zo omdat het een natuurlijke eigenschap van alle mensen is en relatief gemakkelijk en eenvoudig voor elkaar te krijgen.

Referenties en aanbevolen literatuur

Hill, W. (1985). Learning: A survey of psychological interpretations. (4th. Ed.). New York: Harper and Row.

Petty, R., & Cacioppo, J. (1981). Attitudes and persuasion: Classic and contemporary approaches. Dubuque, IA: William C. Brown.

Volgende pagina: Bekrachtigingstheorie ... Voor mij?

Copyright © 1996 Originele tekst: Steve Booth-Butterfield. Copyright © 2004 Nederlandse vertaling: Ysolde Bentvelsen.


Bron: www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/overtuigen-beinvloeden/conditionering.html

Copyright © 1999-2024 Applinet
Alle rechten voorbehouden
Colofon