Home
 
Cursussen /rubriek/
streepjes

Leren > Cursus > Leren en Studeren > Geheugen > Associëren

Associëren

Geheugen

Als je associeert, leg je een verbandtussen nieuwe informatie en iets dat je al weet. Bijvoorbeeld een naam bij een gezicht. Door het verband kun je de nieuwe informatie beter onthouden. (waarom?)

Hoe werkt het?

Een goede manier om begrippen te associëren is gebruik te maken van verbeelding. Je vormt je een beeld waarin beide begrippen samenkomen.

Bij een goede associatie moeten de twee begrippen zoveel mogelijk in elkaar grijpen. Het is niet genoeg om ze alleen naast elkaar te zetten, ze moeten echt een unieke relatie met elkaar hebben. Kijk daarom vooral naar eigenschappen die de begrippen gemeenschappelijk hebben, of waarmee ze in een bepaalde context met elkaar te maken hebben. Een goede context bedenken is vaak de sleutel naar een goede associatie. (waarom?)

Het recept voor een goede associatie is:

"No memory is ever alone; it's at the end of a trail of memories, a dozen trails that each have their own associations."

Louis L'Amour.

Voorbeelden

Onbewuste associaties:

Bewuste associaties:

Vind je dit niet erg praktisch?

Hola! Verbeelden, associëren en plaatsen zijn de basis voor vrijwel alle praktische toepassingen van de complexere geheugentechnieken. Maak ze onderdeel van je mentale gereedschapskist en gebruik ze in het dagelijks leven.

"The more connections that can be made in the brain, the more integrated the experience is within memory."

Don Campbell.

Tips om goed te associëren

Associeer met...

Je kunt twee dingen bijvoorbeeld zo associëren:

Bij associëren maak je gebruik van verbeelden. Anders gezegd:

verbeelden + associëren = begrippen koppelen aan fantasiebeelden

Kijk dus ook nog even naar de tips voor verbeelden.

Associëren in twee richtingen

Soms volstaat een associatie in één richting. Bij een naam wil je iemands telefoonnummer weten, maar omgekeerd hoef je niet bij het zien van het nummer aan de naam te denken. In andere gevallen wil je een associatie in twee richtingen. Bijvoorbeeld als je woorden in een vreemde taal associeert met de overeenkomstige woorden in het Nederlands.

Meer geheugentechnieken

We hebben het tot nu toe gehad over het associëren van twee begrippen. Je kunt alle begrippen in een lijst onthouden door ze in de juiste volgorde in een keten te verbinden. In feite is dat herhaald associëren.

Associëren toepassen bij het leren

Roep kennis terug in je herinnering vóór, tijdens en na het leren. Je maakt zo beter associaties met de nieuwe kennis.

Maak een vragenbank die de hele stof omvat en bestudeer de stof door jezelf telkens een vraag te stellen en het antwoord te toetsen. Deze manier van werken bevordert het associëren van nieuwe kennis met bestaande kennis.

Breng de leerstof in kaart met een visueel schema. Dit is een model van jouw bestaande kennis, de nieuwe informatie in de stof en de gedachten die je daarbij hebt. Zo'n visueel schema van de stof bevordert het associëren van nieuwe kennis met bestaande kennis.

In de rubriek Geheugen vind je meer links naar allerlei geheugencursussen en sites met achtergrondinformatie over het geheugen.


Waarom helpt associëren om beter te onthouden?

Associëren is een natuurlijk onderdeel van de werking van het geheugen. Een bepaalde gedachte roept automatisch een andere gedachte op. Er wordt wel aangenomen dat herinneringen in onze hersenen zijn opgeslagen in de vorm van een netwerk van associaties.

Je kunt associatie in werking zien door je gedachten hun vrije loop te laten en te observeren waar je aan denkt. Begin bij "rood". Misschien denk je dan spontaan iets als: rood > stoplicht > auto > oh ja, ik moet nog tanken.

Je kunt van dit natuurlijke mechanisme gebruik maken door bewust bepaalde associaties te maken.

Waarom is de context belangrijk bij het maken van een associatie?

Je hersenen associëren een object automatisch met de context waarin je met het object te maken hebt. Je associeert bijvoorbeeld een collega met de werkcontext. Als je dezelfde persoon op straat tegenkomt heb je opeens moeite hem te herkennen of schiet zijn naam je niet te binnen.

Je kunt van deze natuurlijke associatie gebruik maken door begrippen zoveel mogelijk in de juiste context te associëren.

Waarom werkt een associatie beter met iets dat je belangstelling heeft?

Belangstelling is één van de drijvende krachten achter ons geheugen. Het is altijd makkelijker je iets te herinneren waarin je geïnteresseerd bent, dan iets waarin je niet geïnteresseerd bent.

Waarom werkt een associatie beter met iets dat opvallend, ongebruikelijk, belachelijk of onmogelijk is?

Emoties versterken de herinnering. Denk maar eens terug aan gebeurtenissen waarbij je erg bang, verdrietig of blij was. Bij geheugentechnieken zoals associatie maak je uiteraard het liefst gebruik van positieve emoties zoals lachen of verbazing.

Waar denk je aan bij "Nelson", "Florence" en "Albert"?

Er is niet één bepaald goed antwoord en je mag overal aan denken. Maar het is vrij waarschijnlijk dat je hebt gedacht aan Nelson Mandela, Florence Nightingale en Albert Einstein. De achternaam schoot je spontaan te binnen bij het lezen van de voornaam.

Dat lijkt vanzelfsprekend, maar eigenlijk is het heel bijzonder. Stel je eens voor dat "Nelson" en "Mandela" twee willekeurige abstracte begrippen zijn, die niets met elkaar te maken hebben en die je maar moeilijk kunt onthouden. Je hebt dan nu de perfecte geheugentechniek ontdekt. De kunst is om een even krachtige associatie te maken tussen een begrip dat je wilt leren en een begrip dat je al kent.

Volgende pagina: Verbinden


Bron: www.leren.nl/cursus/leren_en_studeren/geheugen/associeren.html

Copyright © 1999-2024 Applinet
Alle rechten voorbehouden
Colofon