 |
||
|
 |
|||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
 | Werkconferentie |
Inhoud:
| |
Deze oefening is een aardige opening van een werkconferentie waar men elkaar al wat beter kent. De oefening gaat ervan uit dat mensen het mogelijk vinden om open vragen te stellen. Dat kan in de communicatie heel belemmerend werken. Immers: een gesloten vraag levert alleen maar een 'ja' of een 'nee' op. Een open vraag daarentegen levert vaak nieuwe informatie op.
Verdeel je groep in twee teams (of vier als je meer ruimtes hebt) en geef het ene team de opdracht een dier, een bekend boek, een stad of een merk te kiezen. Het andere team moet dat raden maar mag daarvoor alleen maar open vragen stellen. Gesloten vragen worden niet beantwoord.
De oefening zorgt voor een gemeenschappelijk vertrekpunt. Het stellen van open vragen zal gedurende de werkconferentie een stuk makkelijker worden, al is het alleen maar omdat je elkaar op een lichtvoetige manier erop kunt aanspreken.
Verdeel de groep in teams van vijf personen. Geef ieder team een pak stevige correspondentiekaarten (50 stuks). De opdracht is simpel: maak met deze kaarten een zo hoog mogelijk bouwwerk in vijftien minuten. De kaarten mogen kapot. Je hoeft er waarschijnlijk geen wedstrijdelement in te bouwen: dat doen de deelnemers zelf wel.
Het is de slechtweervariant van de outdoortraining 'vlotten bouwen'. Je blijft er weliswaar droog bij maar de emoties kunnen hoog oplopen. Juist vanwege de tijdsdruk. Zorg voor een stopwatch om de tijdwaarneming te doen. Zorg voor een camera om de bouwwerken vast te leggen, samen met de groep bouwers. Zorg ook voor een duimstok om de bouwwerken te meten.
Zorg tenslotte voor een kleine nabespreking per groep. Werkten ze optimaal samen, waren ze bereid naar elkaar te luisteren, onttrokken sommigen zich aan het proces en zo ja waarom, had er meer ingezeten? Deze oefening kan als je daarvoor in de gelegenheid bent natuurlijk ook op het strand, met zand. Maar je kunt ook Jenga-stenen gebruiken.
Wat levert het op? Een stukje spanning ter ontspanning. Maar ook stof tot nabespreken. Wie nam de leiding? Op grond waarvan? Wie had een plan? Hoe werd daarop gereageerd? De oefening is natuurlijk ook erg geschikt bij een teamtraining. Dat is je doel niet. Je hoeft dus niet heel uitvoerig na te bespreken. Maar probeer wel op tafel te krijgen hoe de samenwerking verliep; je kunt daar tijdens het vervolg van de werkconferentie nog veel aan hebben.
Vraag alle deelnemers om (bijvoorbeeld na afloop van de vorige oefening) een eigen tien geboden op te stellen over samenwerken. Verdeel de grote groep in een aantal kleinere groepen en vraag die groepen op basis daarvan hun gezamenlijke tien geboden voor samenwerken op te stellen. Vraag iedere groep om deze geboden op een flap te schrijven en vergelijk de flaps kort.
Door deze aanpak worden de regels over samenwerken bespreekbaar. Daarmee creëer je een gemeenschappelijk vertrekpunt.
Klassiek maar niet minder leuk: nodig de projectgroep niet om 9.00 uur 's morgen maar om 15.00 uur 's middags uit en begin de samenwerking met het koken van een fantastische maaltijd. Er zijn veel restaurants en vrijgevestigde koks die zich gespecialiseerd hebben in dit soort activiteiten. Een spelregel: ga niet aan de wijn voordat het eten klaar is. Bespreek het groepsproces niet na, hooguit de volgende dag.
Wat levert het op? Een prettige, ontspannen manier om elkaar beter te leren kennen. Een goede start voor een langdurige samenwerking. Maar ook geschikt om een projectteam tussentijds een boost te geven.
Volgende pagina: Werkvormen met het accent op het resultaat
Bron: www.leren.nl/cursus/professionele-vaardigheden/werkconferentie/samenwerken.html
Copyright © 1999-2024 Applinet
Alle rechten voorbehouden
Colofon
