Home
 
Cursussen /rubriek/
streepjes

Leren > Cursus > Leren en studeren > Didactiek > Trainer

De trainer als persoon

Didactiek

Je vakkennis is in orde, je didactische vaardigheden zijn op peil en je hebt je gedegen voorbereid. Er is nog één puntje: je persoonlijkheid. Als trainer ben je je eigen instrument. Wie je bent, hoe je je gedraagt, hoe je je opstelt naar anderen; je neemt het allemaal mee in je rol als trainer. Uiteindelijk is dat wat telt. Wees je bewust van je kwaliteiten en zet ze krachtig in.

Wéét wie je bent

Waar liggen je kwaliteiten? Wat zijn je voetangels en klemmen?

Een handig model om het in beeld te krijgen, is de kernkwadranten van Daniël Ofman. Het komt er op neer dat je je kernkwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen weergeeft in een model; het kernkwadrant. Het brengt kwaliteiten én verbeterpunten aan het licht.

Een voorbeeld:

Kwaliteit: daadkracht; valkuil: drammen; uitdaging: geduld; allergie: passiviteit

Trainer C is nogal daadkrachtig van aard. 'Niet dralen maar doen' is haar devies. Een kwaliteit die geroemd wordt, niet alleen door deelnemers maar ook door haar sociale omgeving. Zo nu en dan gaat haar daadkracht wat ver. Dan laat ze mensen niet uitpraten, wil ze snel verder met waar ze gebleven is en voelen anderen zich opgejaagd: de daadkracht slaat om in drammerig gedrag. Een duidelijke valkuil. De uitdaging voor C is meer geduld op te brengen en rust in te bouwen. Een hele opgave! Want C. krijgt acute jeuk van passieve en besluiteloze mensen:: een overduidelijke allergie.

Andere bruikbare modellen zijn het Enneagram en de Myers-Briggs Type Indicator.

Doe wat bij je past

Een flitsende opening waarmee je deelnemers meteen op het puntje van de stoel krijgt? Of een introductie waarin je de tijd neemt jezelf als trainer en als persoon voor te stellen? Het één is niet effectiever dan het ander, zolang je maar doet wat bij je past.

Dit geldt voor de hele training: van je opstelling in een groep tot en met de keuze van werkvormen. Laat je niet verleiden tot sprankelende interactieve werkvormen als je er niet op een natuurlijke wijze mee kunt omgaan. Wat uiteindelijk telt is authenticiteit. Doe je je anders voor dan je werkelijk bent, dan prikken cursusdeelnemers daar onmiddellijk doorheen.

Blijf leren

Als trainer ben je nooit 'af'. Je inzet om anderen kennis en vaardigheden bij te brengen, pas je ook toe op je eigen ontwikkeling. Blijf leren, verken nieuwe mogelijkheden en vergaar feedback.

Zelfreflectie

Neem na elke training de tijd om te reflecteren. Zet op een rijtje wat goed ging én wat beter kan. Wees kritisch op de inhoud en op jezelf als trainer. Formuleer verbeterpunten, neem je voor om het eens op een andere manier te proberen, maak een actieplan.

Feedback van deelnemers

Vraag deelnemers aan het einde van de training wat ze ervan vonden. Evalueer de inhoud en de docent. Deelnemers hebben de neiging 'sociaal gewenst gedrag' te vertonen; ze zullen zelden ronduit negatief zijn. Dat is misschien vleiend voor je ego, je leert er uiteindelijk weinig van. Vraag hen daarom wat ze goed vonden aan je optreden als trainer maar ook wat je volgens hen nog kunt verbeteren.

Feedback van collega's

Erg leerzaam: vraag een collega-trainer mee te lopen met een training. Of: werk samen als co-trainer. Het evalueren van elkaars gedrag levert vaak eye-openers op, zowel inhoudelijk als didactisch.

Volgende pagina: Omgaan met weerstand


Bron: www.leren.nl/cursus/leren_en_studeren/didactiek/trainer.html

Copyright © 1999-2024 Applinet
Alle rechten voorbehouden
Colofon