Home
 
Cursussen /rubriek/
streepjes

Leren > Cursus > Sociale vaardigheden > Overtuigen en beïnvloeden > Fases van verandering

Fases van verandering . . . Stap voor stap

Overtuigen en beïnvloeden

Herinner je je nog de eerste keer dat je seks had?

(Zo niet, stop dan onmiddellijk met lezen en zoek professionele hulp. Je hebt een ernstig geheugenprobleem. En gebruik geen kruidenmiddeltjes die je in bij een kruidenwinkel kunt kopen. Die kruiden veroorzaken haaruitval. Of anders laten ze haar groeien op je voeten, ik weet niet meer precies welk van de twee.)

Natuurlijk herinner je je het. Goed, gebruikte je de eerste keer een condoom? Heb je ooit een condoom gebruikt? Weet je wat een condoom is?

Ja, je hebt allerlei mensen. Sommige mensen hebben nooit gehoord van een condoom. Sommige mensen zijn erin geïnteresseerd en willen weten hoe effectief ze zijn. Weer anderen denken erover: ja, volgende keer even stoppen bij de drogist en een pakje kopen. Nog weer anderen gebruiken ze soms zelfs. En weer anderen gebruiken ze altijd. Met andere woorden, verschillende mensen bevinden zich in verschillende veranderingsfases ten aanzien van condooms.

Vanuit praktisch oogpunt heeft dit kleine idee van veranderingsfases grote implicaties. Sommige mensen weten niks over condooms terwijl andere mensen ze altijd gebruiken. En er zit van alles tussenin. De verschillende stadia representeren verschillende soorten mensen. Het is duidelijk dat je verschillende overtuigingsstrategieën moet toepassen afhankelijk van de fase waarin mensen verkeren. Denk daar eens over na.

Laten we duidelijker zijn over dit idee van fases. We zullen het transtheoretische model (ja echt) als leidraad gebruiken. Dit model zegt dat mensen zich in één van vijf fases bevinden. Hier komen ze.

Het transtheoretische model

Fase 1. Precontemplatie: Wat?

In fase 1 weet je niet eens dat er condooms bestaan. Je hebt er nooit van gehoord, je hebt er nooit een gezien. Je weet waarschijnlijk ook niets over seksueel overdraagbare aandoeningen. Je bent in een toestand van naïeve onwetendheid, waarin je denkt dat wat niet weet, dat niet deert.

Fase 1 is de fase van onwetendheid ten aanzien van bepaald gedrag. Het komt veel voor. Heel veel mensen weten niets over het verband tussen gezond eten, beweging en gezondheid. Sommige mensen weten nog steeds niet over de gevaren van roken. Je weet niks van het probleem, dus je maakt je er ook niet druk over.

In fase 1 bevinden zich ook al die mensen die wel over het gedrag weten, maar die er absoluut niets in zien om zich zo te gedragen. Misschien heb je gezworen maagd te blijven en geen seks te hebben voor het huwelijk. Dus waarom zou je condooms gebruiken, je hebt toch geen seks? Of je houdt erg van één persoon en je weet dat die persoon je trouw is. Waarom zou je condooms nodig hebben?

In fase 1 verkeren dus alle mensen die het gedrag niet vertonen, door onwetendheid of omdat ze het niet nodig hebben. En als je erover nadenkt dan verkeren de meesten van ons heel vaak in fase 1.

Fase 2. Contemplatie: O, zo!

In fase 2 heb je van 'het probleem' gehoord, je realiseert je dat je misschien kwetsbaar bent en je bent op zoek naar informatie over 'de oplossing'. Mensen in deze fase gaan naar de bibliotheek en lezen over condooms. Als er een item over condooms in het nieuws komt, dan letten ze goed op en denken erover na. Ze praten met vrienden over condooms.

Behalve informatie vergaren denk je ook veel over het probleem na. Het wordt een belangrijk onderwerp in je leven en iets dat op jou slaat en voor jou persoonlijk relevant is. Goed, je bent er dus mee in aanraking gekomen, je bent ermee bezig en je probeert er alles over te weten te komen. Wat nu?

Fase 3. Preparatie: Wat heb ik nodig?

Fase 3 is de planningsfase. Mensen in deze fase proberen het nieuwe gedrag uit te voeren, maar eerst moeten ze het nog organiseren. Als je een condoom bij je vrijpartij wilt gaan gebruiken, dan moet je:

  1. ze kopen;
  2. weten hoe je ze om moet doen;
  3. op een handige plek neerleggen waar je ze later nodig hebt.

Fase 3 bestaat uit al die dingen die mensen moeten doen om het gedrag te kunnen uitvoeren. Veel komische handelingen zijn gebaseerd op fouten in de planning en de voorbereiding. (Of neem een huis-, tuin- en keukenvoorbeeld van ouders die een speciaal cadeau voor hun kind hebben gekocht en er op kerstavond achterkomen dat het nog in elkaar moet worden gezet, maar pa is zo onhandig dat hij niet eens een lamp kan vervangen.) Als fase 3 is afgerond zijn we klaar om actie te ondernemen. Letterlijk.

Fase 4. Actie: Kijken of het lukt.

In fase 4 voer je het gedrag uit. Je gebruikt het condoom. Je loopt een half uur per dag hard. Je gaat zelfs naar ieder college. Je doet het gewoon.

Goed, sommige mensen denken dat als ze nu eenmaal begonnen te zijn met iets te doen, dat dat dan voor de rest van hun leven geregeld is. Maar we weten allemaal uit ervaring dat 'beginnen' en 'volhouden' twee heel verschillende dingen zijn, pijnlijk genoeg. Veel mensen hebben Goede Voornemens op Nieuwjaar en doen goed hun best op hun nieuwe dieet, maar dan, ach, wat zal ik zeggen. Ik ben het vergeten. En de actie stopt. Er moet nog één stap genomen worden.

Fase 5. Behoud: Doe het steeds.

Fase 5 is de consolidatie- of gewoontefase. Je voert het gedrag steeds uit en je doet het zo goed als zonder planning of nadenken. Het is gewoon onderdeel van de dagelijkse routine, zoals tandpasta kopen en je tanden poetsen iedere avond. Je blijft bij je dieet. Je doet aan beweging. Je rookt nooit meer.

Hoe lang duurt het voor iets een gewoonte wordt? Dat hangt af van het gedrag in kwestie. Als het nieuwe gedrag bestaat uit het gebruik van een automatische garagedeur, dan zul je de nieuwe gewoonte wel in een paar dagen leren. Als het nieuwe gedrag het elke dag flossen van je tanden is, dan vergt het misschien wel zes tot acht weken voortdurende actie voordat het een gewoonte wordt. En als het nieuwe gedrag betekent dat je af moeten komen van een fysieke verslaving, zoals roken, dan kan het jaren duren voor je rookvrij bent. (Ik ben hier het bewijs van. Ik heb bijna vijftien jaar gerookt. Ik ben de afgelopen tien jaar bezig geweest om er vanaf te komen. Ik doe nu al vijf jaar aan beweging en die gewoonte heb ik in een paar weken opgebouwd. Ik heb ook snel geleerd hoe ik de automatische garagedeur moest openen toen we een nieuw huis lieten bouwen.)

Een ander voorbeeld

Laten we de veranderingsfases iets veralgemeniseren en uit de gezondheidssfeer stappen. Laten we het gedrag van goede studiegewoontes bekijken.

Er bestaat heel veel eenduidig en helder onderzoek over dit onderwerp. Het regelmatig bestuderen van materiaal dat je moet leren geeft betere studieresultaten. Mensen die elke dag een paar uur spenderen aan het doornemen van hun stof (herlezen van hoofdstukken, het maken en bestuderen van aantekeningen) zullen beter presteren bij allerlei proeven van bekwaamheid (vragenlijsten, tentamens, toetsen, presentaties). Dus, met dit gegeven in het achterhoofd: vertonen alle studenten altijd goed studiegedrag? Tsja.

Sommigen zijn in fase 1. Ze hebben geen idee van studeren en succes. Ze denken dat het maken van toetsen ongeveer hetzelfde is als meedoen aan de loterij. Een kwestie van geluk.

Anderen zijn in fase 2. Ze hebben een huisgenoot die regelmatig studeert en die daardoor betere cijfers lijkt te halen. Dus ze praten er met Kamergenoot over en die zegt: "Tom Poes, verzin een list. Doe iets." Kamergenoot spreekt de absolute waarheid over studeren.

We komen in fase 3. Ga naar de boekhandel. Koop een stuk of wat van die mieterse markeerstiften. Koop een map met tabbladen. En, ga naar college. Enne, koop het studieboek. Maak een plan om het te laten slagen.

Nu fase 4. Doe het. Maak goede aantekeningen. Werk ze dezelfde avond nog uit. Doe het systematisch en lees ze om de paar dagen nog eens over. Lees het hoofdstuk uit het boek twee of drie keer, en markeer dingen tijdens het lezen. Probeer dit een paar weken en kijk wat je cijfers doen.

Tjonge, fase 5. Het heeft gewerkt. Nu is het leven makkelijk. De video staat ingeprogrammeerd om Seinfeld op te nemen terwijl ik studeer. Als beloning mag ik, als ik klaar ben, even lachen om Kramer. En dat doe ik iedere avond.

Practische implicaties

Oké, mooi hoor. Het transtheoretische model en vijf fases. Precontemplatie, contemplatie, preparatie, actie, behoud. (Of onwetendheid, leren, plannen, doen, gewoonte.) Wat moet je ermee? Nou, kijk hier.

1. Pas de tactiek aan de fase aan.

Alleen een dommerik zou iemand in fase 1 (onwetendheid) op dezelfde manier benaderen als iemand in fase 3 (planningsfase). Je moet dus uitvinden in welke fase je beoogde ontvanger zich bevindt.

Deze implicatie geeft je ook een scherp doel bij je beïnvloedingspogingen. Je doel is iemand te bevorderen naar de volgende fase. Dus als mijn ontvanger in fase 2 (contemplatie - leren) is, dan is mijn overtuigingsdoel deze persoon te bevorderen naar fase 3 (preparatie - plannen).

2. Laat iemand door één fase per keer heen gaan.

Je kunt niet van mensen verwachten dat ze in één keer van fase 1 (onwetendheid) overgaan naar fase 5 (gewoonte). De juiste aanpak is om je ontvanger zo te beïnvloeden dat hij of zij één voor één door alle fases heen gaat. Je bouwt dus bruggen tussen de fases.

3. Bouw voldoende tijd in.

Omdat je geen fases kunt overslaan, weet je dat het wel een tijdje duurt voordat je de eindfase van behoud bereikt, vooral als je ontvanger in fase 1 of 2 begint. Je uiteindelijke doel is gewoonte, maar het kost tijd om je ontvanger naar dat doel te dirigeren. Bouw dus genoeg tijd in om door alle fases te gaan, of accepteer dat je hoogstwaarschijnlijk het einddoel niet zult bereiken.

Conclusies

Het transtheoretisch model geeft een heel bruikbaar veranderingsmodel. Merk op dat het je niet vertelt hoe of waarom mensen veranderen. Het vertelt je echter wel in welke categorie iemand zich bevindt. En zelfs deze eenvoudige omschrijving is handig. Mij biedt het model een prettig praktisch overzicht om beïnvloeden en overtuigen te organiseren en te implementeren. Het geeft een doordachte methode om verandering te benaderen en deze met een goede kans op succes te implementeren.

Aanbevolen literatuur en referenties

Prochaska, J. (1994). Strong and weak principles for progressing from precontemplation to action on the basis of twelve problem behaviors. Health Psychology, 13, 47-51.

Prochaska, J. & DiClemente, C. (1983). Stages and processes of self-change in smoking: Toward an integrative model of change. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 51, 390-395.

Volgende pagina: Attributietheorie . . . Waarom? Dat zal ik je vertellen

Copyright © 1996 Originele tekst: Steve Booth-Butterfield. Copyright © 2004 Nederlandse vertaling: Ysolde Bentvelsen.


Bron: www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/overtuigen-beinvloeden/fases-van-verandering.html

Copyright © 1999-2024 Applinet
Alle rechten voorbehouden
Colofon